Home Blogs Goal: hoe voetbalclubs scoren met ICT

Goal: hoe voetbalclubs scoren met ICT

1820
DELEN

ICT en voetbalclubs: het lijkt niet meteen een voor een de hand liggende combinatie te zijn. Toch weet ICT ook de voetbalwereld te veroveren. Dat hoeft niet eens te verbazen: in een wereld waar zoveel geld in omloop is, kunnen ook technische hulpmiddelen een meerwaarde betekenen. Intussen zijn er al heel wat pioniers die weten te scoren met allerhande ICT-oplossingen. Het bekende zinnetje “data is the new oil” krijgt vaak een extra grote betekenis.

ICT voor de scouting

De juiste speler vinden voor de juiste positie, het blijkt niet altijd een evidentie te zijn. Een speler die het goed doet bij zijn club, hoeft lang niet altijd een garantie te zijn voor succes. Zeker wanneer diezelfde speler een niveautje hoger gaat spelen, is dat wel vaker het geval. Iedere transfer is met andere woorden een risico. Ook scouts die op zoek gaan naar geschikte spelers doen voortdurend aan risicomanagement. Op dat vlak kan ook ICT een meerwaarde betekenen.

Zo ging de Belgische degradant KV Mechelen recent de samenwerking aan met het Nederlandse databedrijf SciSports. Het doel van die samenwerking? Op basis van data en statistieken inzicht krijgen in de meer dan 90.000 voetballers die de voetbalwereld rijk is. Dankzij allerhande vergelijkingstools kunnen zij de eerste fase van het scoutingsproces vormgeven.

Toch vinden we de grootste pionier bij het Deense FC Midtjylland. Die club laat hun datasysteem en software automatisch zoeken naar spelers, waarbij complexe algoritmen op zoek gaan naar de beste en meest betaalbare speler die bovendien ook later met een meerwaarde kan verkocht worden. Dat die revolutionaire aanpak een succesverhaal zou worden, werd al snel duidelijk. Zo werd de Deense club in 2015 voor het eerst in zijn geschiedenis landskampioen. Toen het in het daaropvolgend seizoen Europees wist te overwinteren en zelfs een overwinning tegen het grote Manchester United uit de wacht wist te slepen, werd duidelijk dat ICT een voetbalclub inderdaad kan laten scoren. Ook letterlijk.

Het analyseren van tegenstanders

Het succes van datamanagement bracht de Deense club ertoe om statistische analyses ook in de wedstrijdvoorbereiding te integreren. De algoritmes geven niet alleen uitbundig informatie over de tegenstander, maar ook over het eigen functioneren. Die algoritmes kunnen nadien gebruikt worden in functie van de tactische analyses.

Toch staat de software ook hier nog maar in de kinderschoenen. Experts verwachten immers een nog grotere (r)evolutie. Bijvoorbeeld door de analyses van de eigen spelers te combineren met die van de tegenstander. Zo zou het programma kunnen aangeven hoe spelers X, op basis van zijn kwaliteiten, die dribbel tegen speler Y het best aanpakt. Het zijn vooral de minder voor de hand liggende feiten die datamanagement tot een meerwaarde maken. Zo kan je vast vergelijken hoeveel geslaagde passes een speler geeft, terwijl ook ‘weinig gemaakte fouten’ een meerwaarde kunnen zijn tijdens de analyse.

Of ook coaches klaar zijn om hun eigen visie achterwege te laten voor wiskundige algoritmen, is uiteraard een andere vraag. Maar dat voetbalclubs maar beter investeren in een eigen IT-afdeling, staat buiten kijf. Ooit zal het immers even normaal worden als videoanalyses dat vandaag de dag geworden zijn.

Het monitoren van de spelers

Alhoewel bovenstaande twee voorbeelden het potentieel van ICT aantonen, blijkt de voetbalwereld er nog niet helemaal klaar voor te zijn. Op korte termijn ligt het succes voornamelijk bij het monitoren van de eigen spelers en het optimaliseren van het trainingsproces.

Een Nederlandse uitschieter is hier (verrassend) SC Heerenveen. Daar doet men voortdurend technische metingen waarbij de hartslag, de kracht, de snelheid, het energiesysteem, het herstelvermogen en het centrale zenuwstelsel worden gemeten. Op die manier kan men zowel het herstel- en het trainingsproces optimaliseren. Bij PSV gebruiken ze dan weer een systeem waarbij positiewijzigingen, loopafstanden en snelheden in real-time worden weergegeven. Tijdens de training krijgt de coach toegang tot die gegevens en kan hij het trainingsproces optimaliseren. Dick Advocaat gaf in het seizoen 2012/13 nog aan een voorstander te zijn van het systeem. Of de huidige coach Phillip Cocu dat ook is, kunnen we niet zeggen. Toch hebben we zo onze vermoedens.

Wat met de privacy?

Terwijl ICT een garantie vormt voor goals, rijzen er ook vragen op vlak van privacy. Het analyseren van openbaar toegankelijke gegevens is bijvoorbeeld geen probleem. Ook het monitoren van de eigen spelers tijdens de training geeft vaak weinig aanleiding tot conflict. Toch zijn er nog steeds grenzen die we maar beter niet overschrijden. Het monitoren van spelers tijdens hun vrije tijd, is alvast not done.

Dat laatste gebeurde bijvoorbeeld dit seizoen bij het Belgische Racing Genk. Hier kregen de spelers een polsband die de hartslag, de slaap en het recuperatievermogen monitorde. Op basis van die gegevens kon dan sneller medisch worden ingegrepen. Toch bleken lang niet alle voetballers er fan van te zijn. Via het systeem kon de coach immers perfect weten wanneer de spelers seks hadden of gingen slapen, ook wanneer die intimiteit hen voor de match verboden werd en voldoende slaap hen werd opgelegd. Sommige spelers vergeleken het om die reden zelfs met een enkelband. Dat ook hier altijd een afweging moet gemaakt worden tussen de rechten van de topsporter en de belangen van de voetbalclub, wordt zo nogmaals duidelijk.

Het belang van informatietechnologie zal enkel toenemen

Drs. Jolien en Jos Overbeek haalden het in hun onderzoek al aan: informatietechnologie zal in het betaalde voetbal een steeds belangrijkere rol gaan spelen, alhoewel het nu nog maar in de kinderschoenen staat. Des te meer geld er omgaat in de voetbalwereld, des te groter de belangen zijn. Steeds minder wordt het een kwestie van geld, steeds meer een spelletje van toegevoegde waarde. De samenwerking tussen de voetbalwereld en de ICT-sector zorgt zo voor een expansie in de data-economie en een groei van de kennis van wel heel complexe algoritmen. Gooi daar bovendien ook nog eens kunstmatige intelligentie bovenop en het betaalde profvoetbal sponsort de technologische vooruitgang.

Op termijn zullen ook andere sectoren de vruchten van dergelijke ontwikkelingen kunnen plukken. Waarom zou slimme software ons niet kunnen helpen bij het analyseren van concurrenten? Waarom zou het ons niet kunnen helpen met het optimaliseren van bedrijfsprocessen? Waarom zou diezelfde technologie niet ingezet kunnen worden om het welzijn van de medewerkers te bewaken? Of misschien een betere vraag: hoeft het eigenlijk zo schandalig te zijn dat clubs als Liverpool graag 84,5 miljoen euro ophoesten voor een speler als Virgil van Dijk? Als dat geld opnieuw naar andere sectoren stroomt, is het antwoord op die laatste vraag alvast negatief.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here