Het registreren van een merknaam is niet verplicht en sommigen vinden dan ook hun genoegdoening bij een inschrijving in het Handelsregister. Toch noemen juristen een merkregistratie steeds vaker een must. Dat zou immers heel wat extra voordelen bieden. Zo geniet jouw merknaam maar liefst tien jaar lang een uitgebreidere bescherming. Hiernaast zijn er nog een aantal andere redenen om jouw merkt te registreren. Onderstaande vier redenen zijn wat ons betreft cruciaal.
Veel uitgebreidere bescherming
Uiteraard kan je jezelf beperken tot de inschrijving in het Handelsregister. Die inschrijving verloopt vlot en het is inderdaad zo dat jouw bedrijfsnaam ook dan bescherming geniet. Waarom je dan toch jouw merknaam registreren moet? Veel heeft te maken met de beperkte bescherming bij de inschrijving in het Handelsregister.
Zo is die bescherming regionaal beperkt. Een concurrent zal jouw naam dan niet mogen aannemen in het gebied waarin jij opereert. Ben jij louter actief in het noorden van Nederland? Dan geniet jouw bedrijfsnaam geen bescherming in het zuiden van het land, laat staan in België of Luxemburg. Dat is nadeling voor zij die uitbreidingsplannen hebben en in de toekomst ook buiten de noordelijke grenzen willen treden. Door jouw merknaam te registreren krijg je dus een optimale groeimarge.
Hetzelfde zien we terugkomen bij de branchebeperking. De bescherming beperkt zich immers ook tot de concurrerende activiteiten en dit ongeacht het feit of ze nu rechtstreeks of onrechtstreeks concurrerend zijn. Ideaal, of niet? Nee, in de praktijk volstaat dat in een digitale wereld al lang niet meer. Als iemand jouw bedrijfsnaam intikt op Google wil je nu eenmaal dat ze op jouw website uitkomen en niet dat ze eerst alle informatie krijgen over een bakker, een kunstenaar en een dataspecialist met eenzelfde bedrijfsnaam. De registratie van jouw merknaam beperkt jou niet tot jouw branche. Ook daar kan je de vruchten van plukken.
Zekerheid door onderzoek
Eerder haalden we aan dat de inschrijving in het Handelsregister vrij vlot verloopt. Uiteraard heeft dat ook een verklaring. Er wordt immers van jou verwacht dat je zelf een gedegen onderzoek doet en zelf nagaat of je de handelsnaam gebruiken mag. Zelden doen starters zo’n onderzoek, waarna ze mogelijks een jaar later ineens verplicht worden hun handelsnaam te wijzigen. Die grote budgetten die ze aan hun naamsbekendheid spendeerden? Die zien ze uiteraard nooit meer terug. Wanneer je jouw merknaam gaat registreren, word je verplicht om onderzoek te (laten) doen naar de formele vereisten. De procedure is zwaarder en minder eenvoudig, maar het geeft op die manier ook extra zekerheid dat jouw naamsbekendheid ook een blijvende bekendheid inhouden zal. Daar doe je het toch voor?
Bescherm ook jouw producten en diensten
De bescherming die je via de Kamer van Koophandel geniet, strekt zich louter tot de handelsnaam en dit binnen de regio en de branche waarin je actief bent. Zo mag je jouw hamburgertent perfect «het gebakken koetje» noemen en natuurlijk zal de kalfsburger van het huis extra goed verkopen, toch beperkt de bescherming zich louter tot die handelsnaam en niet tot de burger. Dat een andere hamburgertent een burger dan maar de naam «het gebakken koetje» geeft? Daar kan je weinig tegen inbrengen. Die andere hamburgertent mag die handelsnaam immers niet aannemen, maar de bescherming strekt zich niet tot de naamgeving van zijn producten of diensten. Enkel door jouw merknaam te deponeren kan je zo’n verregaande bescherming genieten.
Een merkregistratie hoeft niet duur te zijn
De kosten van een eventuele betwisting kunnen hoog oplopen, zeker indien jullie voor de rechter verschijnen. In het kader van die vergelijking vallen de kosten van zo’n merkregistratie echt wel mee. In principe vallen die kosten onder te verdelen in twee categorieën: de kosten voor de juridische expertise en de kosten verbonden aan de feitelijke deponering. Over die eerste categorie kosten kan je vrij afspraken maken en zo transparantie verkrijgen. Uiteraard kan je de deponering ook gewoon zelf afhandelen, hoewel dat een aantal risico’s inhoudt en zelden wordt aangeraden.
De kostprijs voor de feitelijke deponering start bij 240 euro. Voorwaarde is dan wel dat het gaat om een online aanvraag. Zo’n aanvraag kan je dan digitaal ondertekenen. Een schriftelijke aanvraag kost immers 276 euro. Dien je een aanvraag in voor een ruimer gebied dan de Benelux? Dan loopt de kostprijs wel verder op. In vergelijking met de gevolgen van een eventuele betwisting blijft het echter ook dan om een peulenschil gaan.